unknown

US /ʌnˈnoʊn/
UK /ʌnˈnoʊn/
"unknown" picture
1.

onbekend

not known or familiar

:
The cause of the accident is still unknown.
De oorzaak van het ongeluk is nog steeds onbekend.
She ventured into unknown territory.
Ze waagde zich op onbekend terrein.
1.

onbekende, onbekend iets

an unknown person or thing

:
The letter was sent by an unknown.
De brief werd door een onbekende gestuurd.
We are dealing with too many unknowns in this equation.
We hebben te maken met te veel onbekenden in deze vergelijking.