aim at

US /eɪm æt/
UK /eɪm æt/
"aim at" picture
1.

richten op, mikken op

to point or direct a weapon or object towards a target

:
He aimed at the target and fired.
Hij richtte op het doel en vuurde.
The archer aimed at the bullseye.
De boogschutter richtte op de roos.
2.

streven naar, gericht zijn op

to intend to achieve something; to have something as a goal

:
The new policy aims at reducing unemployment.
Het nieuwe beleid streeft naar vermindering van de werkloosheid.
Our campaign aims at raising public awareness.
Onze campagne is gericht op het vergroten van het publieke bewustzijn.