write

US /raɪt/
UK /raɪt/
"write" picture
1.

schrijven

to mark letters, words, or other symbols on a surface, typically paper, with a pen, pencil, or similar implement

:
Please write your name clearly at the top of the form.
Gelieve uw naam duidelijk bovenaan het formulier te schrijven.
She learned to write when she was five years old.
Ze leerde schrijven toen ze vijf jaar oud was.
2.

componeren, schrijven

to compose and produce a literary or musical work

:
He plans to write a novel next year.
Hij is van plan volgend jaar een roman te schrijven.
She loves to write songs in her free time.
Ze houdt ervan om in haar vrije tijd liedjes te schrijven.
3.

noteren, vastleggen

to communicate or express something in written form

:
I need to write a letter to my grandmother.
Ik moet een brief schrijven aan mijn grootmoeder.
Please write down your concerns so we can address them.
Gelieve uw zorgen te noteren zodat we ze kunnen aanpakken.