wrest
US /rest/
UK /rest/
1.
ontrukken, wringen
forcibly pull (something) from a person's grasp
:
•
He managed to wrest the knife from his attacker.
Het lukte hem het mes van zijn aanvaller te ontrukken.
•
The police had to wrest the child from the kidnapper's arms.
De politie moest het kind uit de armen van de ontvoerder wringen.
2.
ontworstelen, ontfutselen
take (something, especially power or control) from someone or something else, especially with effort or difficulty
:
•
They tried to wrest control of the company from the current management.
Ze probeerden de controle over het bedrijf van het huidige management te ontworstelen.
•
It was difficult to wrest the truth from him.
Het was moeilijk om de waarheid van hem te ontfutselen.