waste
US /weɪst/
UK /weɪst/

1.
2.
verspilling, verkwisting
an act or instance of wasting time or resources
:
•
It's a complete waste of time trying to convince him.
Het is complete verspilling van tijd om hem te proberen te overtuigen.
•
Leaving the lights on is a waste of electricity.
De lichten aan laten is verspilling van elektriciteit.
1.
verspillen, verkwisten
use or expend carelessly, extravagantly, or to no purpose
:
•
Don't waste your money on frivolous things.
Verspil je geld niet aan frivole dingen.
•
We can't afford to waste any more time.
We kunnen het ons niet veroorloven om nog meer tijd te verspillen.
2.
verkwijnen, atrofiëren
become weaker, smaller, or thinner, especially as a result of illness or lack of nourishment
:
•
His body began to waste away after the long illness.
Zijn lichaam begon te verkwijnen na de lange ziekte.
•
The muscles in his leg had started to waste.
De spieren in zijn been waren begonnen te atrofiëren.
1.
woest, braakliggend
describing land that is barren or uncultivated
:
•
They traveled across a vast, waste land.
Ze reisden door een uitgestrekt, woest land.
•
The old factory stood on a piece of waste ground.
De oude fabriek stond op een stuk braakliggend terrein.