waddle

US /ˈwɑː.dəl/
UK /ˈwɑː.dəl/
"waddle" picture
1.

waggelen, schommelen

walk with short steps and a clumsy swaying motion

:
•
The duck began to waddle towards the pond.
De eend begon te waggelen naar de vijver.
•
She watched the penguin waddle across the ice.
Ze keek hoe de pinguïn over het ijs waggelde.
:
toddleshufflelurchstaggersway
1.

waggelgang, schommelgang

a clumsy, swaying walk

:
•
The duck's distinctive waddle made it easy to spot.
De kenmerkende waggelgang van de eend maakte het gemakkelijk te herkennen.
•
He walked with a slight waddle due to his injury.
Hij liep met een lichte waggel door zijn blessure.
:
toddleshufflelurchstaggersway