vivid

US /ˈvɪv.ɪd/
UK /ˈvɪv.ɪd/
"vivid" picture
1.

levendig, helder

producing powerful feelings or strong, clear images in the mind

:
He gave a vivid description of the accident.
Hij gaf een levendige beschrijving van het ongeluk.
I have a vivid memory of that day.
Ik heb een levendige herinnering aan die dag.
2.

levendig, fel, helder

(of a color) intensely deep or bright

:
The painting was full of vivid colors.
Het schilderij zat vol levendige kleuren.
She wore a dress of vivid blue.
Ze droeg een jurk van levendig blauw.