vicious

US /ˈvɪʃ.əs/
UK /ˈvɪʃ.əs/
"vicious" picture
1.

wreed, gemeen, boosaardig

deliberately cruel or violent

:
The dog gave him a vicious bite.
De hond gaf hem een wrede beet.
He launched a vicious attack on his opponent.
Hij lanceerde een wrede aanval op zijn tegenstander.
2.

vicieus, ernstig, hevig

denoting a problem or situation that is very bad or severe

:
The company is caught in a vicious cycle of debt.
Het bedrijf zit vast in een vicieuze cirkel van schulden.
The economy is facing a vicious downturn.
De economie staat voor een ernstige neergang.