unprepossessing
US /ˌʌn.priː.pəˈzes.ɪŋ/
UK /ˌʌn.priː.pəˈzes.ɪŋ/

1.
onaantrekkelijk, onopvallend
not attractive or appealing to the eye
:
•
The old house was rather unprepossessing from the outside.
Het oude huis was van buitenaf nogal onaantrekkelijk.
•
Despite his unprepossessing appearance, he was a brilliant scientist.
Ondanks zijn onaantrekkelijke uiterlijk was hij een briljante wetenschapper.