Betekenis van het woord twilight in het Nederlands
Wat betekent twilight in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
twilight
US /ˈtwaɪ.laɪt/
UK /ˈtwaɪ.laɪt/
Zelfstandig Naamwoord
1.
schemering, schemerlicht
the soft glowing light from the sky when the sun is below the horizon, caused by the refraction and scattering of the sun's rays in the upper atmosphere.
Voorbeeld:
•
The city lights began to twinkle in the gathering twilight.
De stadslichten begonnen te fonkelen in de opkomende schemering.
•
We enjoyed a quiet walk during the evening twilight.
We genoten van een rustige wandeling tijdens de avondschemering.
2.
schemering, neergang, laatste fase
a period or state of decline or decay, often preceding an end.
Voorbeeld:
•
The empire was in its twilight years, slowly fading away.
Het rijk bevond zich in zijn schemerjaren, langzaam wegkwijnend.
•
He spent his twilight years reflecting on his life.
Hij bracht zijn schemerjaren door met reflecteren over zijn leven.
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
schemerig, schemer
of or relating to the period of twilight.
Voorbeeld:
•
The twilight glow cast long shadows across the field.
De schemergloed wierp lange schaduwen over het veld.
•
We saw a beautiful twilight sky.
We zagen een prachtige schemerhemel.
Leer dit woord op Lingoland