tower
US /ˈtaʊ.ɚ/
UK /ˈtaʊ.ɚ/

1.
uittorenen boven, bovenuit steken
to be much taller than (something or someone else)
:
•
The new skyscraper towers over the city.
De nieuwe wolkenkrabber torent boven de stad uit.
•
He towered over his younger brother.
Hij torende boven zijn jongere broer uit.