toot your own horn
US /tuːt jʊər oʊn hɔrn/
UK /tuːt jʊər oʊn hɔrn/

1.
je eigen loftrompet steken, opscheppen
to boast about one's own achievements or talents
:
•
He's always tooting his own horn about how well he did on the project.
Hij is altijd zijn eigen loftrompet aan het steken over hoe goed hij het project heeft gedaan.
•
It's okay to toot your own horn sometimes, especially when you've achieved something great.
Het is soms oké om je eigen loftrompet te steken, vooral als je iets geweldigs hebt bereikt.