throng
US /θrɑːŋ/
UK /θrɑːŋ/

1.
menigte, massa, drom
a large, densely packed crowd of people or animals
:
•
A huge throng gathered in the square to protest.
Een enorme menigte verzamelde zich op het plein om te protesteren.
•
The market was filled with a noisy throng of shoppers.
De markt was gevuld met een luidruchtige menigte winkelend publiek.
1.
zich verdringen, samenstromen, overspoelen
to fill or be present in (a place) in large numbers
:
•
Tourists thronged the ancient ruins.
Toeristen verdrongen zich bij de oude ruïnes.
•
People thronged the streets to celebrate the victory.
Mensen verdrongen zich in de straten om de overwinning te vieren.