tablet

US /ˈtæb.lət/
UK /ˈtæb.lət/
"tablet" picture
1.

tablet, plaat

a flat slab of stone, clay, or wood, used especially for inscriptions

:
Ancient civilizations used clay tablets to record their history.
Oude beschavingen gebruikten kleitabletten om hun geschiedenis vast te leggen.
The Ten Commandments were inscribed on stone tablets.
De Tien Geboden werden op stenen tabletten gegraveerd.
2.

tablet, pil

a small, flat, solid dose of a medicine or drug

:
Take one tablet with water after meals.
Neem één tablet met water na de maaltijd.
The doctor prescribed pain relief tablets.
De dokter schreef pijnstillende tabletten voor.
3.

tablet

a thin, lighter-than-laptop mobile computer with a touchscreen display, typically larger than a smartphone

:
She uses her tablet for reading e-books and browsing the internet.
Ze gebruikt haar tablet om e-boeken te lezen en op internet te surfen.
Many students now prefer to take notes on a tablet rather than a notebook.
Veel studenten geven er nu de voorkeur aan om aantekeningen te maken op een tablet in plaats van een notitieboekje.