sympathetic
US /ˌsɪm.pəˈθet̬.ɪk/
UK /ˌsɪm.pəˈθet̬.ɪk/
1.
meelevend, begripvol
feeling, showing, or expressing sympathy
:
•
She was very sympathetic when I told her about my loss.
Ze was erg meelevend toen ik haar over mijn verlies vertelde.
•
He gave me a sympathetic look.
Hij gaf me een meelevende blik.
2.
sympathiek, welwillend
having or showing support for or approval of something
:
•
The public was generally sympathetic to the cause.
Het publiek stond over het algemeen sympathiek tegenover de zaak.
•
He has always been sympathetic to environmental issues.
Hij is altijd sympathiek geweest tegenover milieukwesties.