subpoena

US /səˈpiː.nə/
UK /səˈpiː.nə/
"subpoena" picture
1.

dagvaarding, subpoena

a writ ordering a person to attend a court.

:
•
He received a subpoena to testify in court.
Hij ontving een dagvaarding om in de rechtbank te getuigen.
•
The lawyer issued a subpoena for the witness.
De advocaat vaardigde een dagvaarding uit voor de getuige.
:
summonswritordercommand
1.

dagvaarden, oproepen

to order a person to attend a court.

:
•
The court decided to subpoena the reluctant witness.
De rechtbank besloot de onwillige getuige te dagvaarden.
•
They plan to subpoena all relevant documents.
Ze zijn van plan alle relevante documenten te dagvaarden.
:
summonordercommandcite