strict
US /strɪkt/
UK /strɪkt/
1.
streng, strik
demanding that rules concerning behavior are obeyed and observed
:
•
My parents were very strict about bedtime.
Mijn ouders waren erg streng over bedtijd.
•
The school has very strict rules about uniforms.
De school heeft zeer strikte regels over uniformen.
2.
strikt, nauwkeurig
(of a rule or a law) precise and without exception
:
•
The law is very strict on environmental protection.
De wet is zeer strikt wat milieubescherming betreft.
•
We follow a strict diet to stay healthy.
We volgen een strikt dieet om gezond te blijven.