spur on
US /spɜːr ɑːn/
UK /spɜːr ɑːn/

1.
aansporen, aanzetten
to encourage someone to do something or to encourage an event to happen more quickly
:
•
The coach's words spurred the team on to victory.
De woorden van de coach spoorden het team aan tot overwinning.
•
His success spurred him on to achieve even greater things.
Zijn succes spoorde hem aan om nog grotere dingen te bereiken.