snow-blindness
US /ˈsnoʊˌblaɪndnəs/
UK /ˈsnoʊˌblaɪndnəs/
1.
sneeuwblindheid
a temporary painful condition of the eyes caused by exposure to strong sunlight reflected from snow or ice, resulting in blurred vision and sensitivity to light
:
•
Hikers in the Arctic must wear protective eyewear to prevent snow-blindness.
Wandelaars in het Noordpoolgebied moeten beschermende brillen dragen om sneeuwblindheid te voorkomen.
•
After spending hours on the glacier without sunglasses, he developed severe snow-blindness.
Na uren op de gletsjer te hebben doorgebracht zonder zonnebril, ontwikkelde hij ernstige sneeuwblindheid.