skating

US /ˈskeɪ.t̬ɪŋ/
UK /ˈskeɪ.t̬ɪŋ/
"skating" picture
1.

schaatsen, skaten

the activity or sport of gliding over a surface on skates

:
She loves ice skating in the winter.
Ze houdt van ijsschaatsen in de winter.
Roller skating is a fun way to exercise.
Rollerskaten is een leuke manier om te sporten.
1.

schaatsend, skatend

gliding over a surface on skates

:
The children were skating on the frozen pond.
De kinderen waren aan het schaatsen op de bevroren vijver.
He enjoyed skating down the street on his rollerblades.
Hij genoot van het skaten door de straat op zijn skeelers.