simper
US /ˈsɪm.pɚ/
UK /ˈsɪm.pɚ/
1.
koket glimlachen, geaffecteerd glimlachen
smile in an affectedly coquettish or ingratiating manner
:
•
She would simper and giggle whenever he looked at her.
Ze zou koket glimlachen en giechelen telkens als hij naar haar keek.
•
He tried to simper his way into her good graces.
Hij probeerde zich met een geaffecteerde glimlach in haar gunst te werken.
1.
kokette glimlach, geaffecteerde glimlach
an affectedly coquettish or ingratiating smile or gesture
:
•
She gave a little simper as she accepted the compliment.
Ze gaf een kleine kokette glimlach toen ze het compliment accepteerde.
•
His constant simper was annoying to everyone.
Zijn constante geaffecteerde glimlach was voor iedereen irritant.