servant

US /ˈsɝː.vənt/
UK /ˈsɝː.vənt/
"servant" picture
1.

bediende, dienaar, dienstmeisje

a person who performs duties for others, especially a person employed in a house on domestic duties or as a personal attendant

:
The wealthy family had many servants to manage their large estate.
De rijke familie had veel bedienden om hun grote landgoed te beheren.
She worked as a domestic servant for years before starting her own business.
Ze werkte jarenlang als dienstmeisje voordat ze haar eigen bedrijf begon.
2.

dienaar, hulpmiddel, instrument

a person or thing that serves or provides a service to others, often in a metaphorical sense

:
He sees himself as a public servant, dedicated to the welfare of the community.
Hij ziet zichzelf als een ambtenaar, toegewijd aan het welzijn van de gemeenschap.
Technology should be our servant, not our master.
Technologie moet onze dienaar zijn, niet onze meester.