Betekenis van het woord self-control in het Nederlands
Wat betekent self-control in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
self-control
US /ˌself.kənˈtroʊl/
UK /ˌself.kənˈtroʊl/
Zelfstandig Naamwoord
1.
zelfbeheersing, zelfcontrole
the ability to control one's emotions, desires, or actions by one's own will
Voorbeeld:
•
She showed great self-control by not reacting to the insult.
Ze toonde grote zelfbeheersing door niet te reageren op de belediging.
•
Eating healthy requires a lot of self-control.
Gezond eten vereist veel zelfbeheersing.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: