Betekenis van het woord self-confidence in het Nederlands

Wat betekent self-confidence in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

self-confidence

US /ˌselfˈkɑːnfɪdəns/
UK /ˌselfˈkɑːnfɪdəns/
"self-confidence" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

zelfvertrouwen

a feeling of trust in one's abilities, qualities, and judgment

Voorbeeld:
Her self-confidence grew with each success.
Haar zelfvertrouwen groeide met elk succes.
He lacked the self-confidence to speak in public.
Hij miste het zelfvertrouwen om in het openbaar te spreken.
Leer dit woord op Lingoland