retrench
US /rɪˈtrentʃ/
UK /rɪˈtrentʃ/
1.
bezuinigen, kosten besparen
reduce costs or spending in response to economic difficulties
:
•
The company had to retrench by laying off a significant portion of its workforce.
Het bedrijf moest bezuinigen door een aanzienlijk deel van zijn personeelsbestand te ontslaan.
•
Families often have to retrench during economic downturns.
Gezinnen moeten vaak bezuinigen tijdens economische neergang.
2.
terugtrekken, zich terugtrekken
withdraw or retreat from a position or situation
:
•
The army was forced to retrench after heavy losses.
Het leger moest zich terugtrekken na zware verliezen.
•
He decided to retrench from his aggressive stance.
Hij besloot zich terug te trekken uit zijn agressieve houding.