respect
US /rɪˈspekt/
UK /rɪˈspekt/
1.
respect, eerbied
a feeling of deep admiration for someone or something elicited by their abilities, qualities, or achievements
:
•
She has great respect for her mentor.
Ze heeft veel respect voor haar mentor.
•
We should show respect for different cultures.
We moeten respect tonen voor verschillende culturen.
2.
respect, aandacht
due regard for the feelings, wishes, or rights of others
:
•
Please show some respect for your elders.
Toon alstublieft wat respect voor uw ouderen.
•
He acted with complete respect for her privacy.
Hij handelde met volledig respect voor haar privacy.
1.
respecteren, eerbiedigen
admire (someone or something) deeply, as a result of their abilities, qualities, or achievements
:
•
I deeply respect his dedication to his work.
Ik respecteer zijn toewijding aan zijn werk ten zeerste.
•
You must respect the rules of the game.
Je moet de regels van het spel respecteren.