reporting
US /rɪˈpɔːr.t̬ɪŋ/
UK /rɪˈpɔːr.t̬ɪŋ/
1.
verslaggeving, rapportage
the act of giving an account or description of something, typically as a journalist or for an official body
:
•
The journalist's reporting on the war was highly praised.
De verslaggeving van de journalist over de oorlog werd zeer geprezen.
•
Accurate financial reporting is crucial for investors.
Nauwkeurige financiële rapportage is cruciaal voor beleggers.
1.
rapporteren, verslag doen
present participle of report
:
•
She is currently reporting live from the scene of the accident.
Ze is momenteel live verslag aan het doen vanaf de plaats van het ongeluk.
•
The committee is reporting its findings next week.
De commissie zal haar bevindingen volgende week rapporteren.