repatriate
US /ˌriːˈpeɪ.tri.eɪt/
UK /ˌriːˈpeɪ.tri.eɪt/
1.
repatriëren, terugzenden
send (someone) back to their own country
:
•
The government decided to repatriate the refugees.
De regering besloot de vluchtelingen te repatriëren.
•
After the war, many soldiers were repatriated.
Na de oorlog werden veel soldaten gerepatrieerd.
2.
repatriëren, terugbrengen
return (funds or profits) to the country of origin
:
•
Companies are encouraged to repatriate their overseas earnings.
Bedrijven worden aangemoedigd om hun overzeese inkomsten te repatriëren.
•
The government offered tax incentives to repatriate capital.
De regering bood belastingvoordelen om kapitaal te repatriëren.