renew
US /rɪˈnuː/
UK /rɪˈnuː/

1.
hervatten, vernieuwen
resume (an activity) after an interruption
:
•
They decided to renew their efforts to find a solution.
Ze besloten hun inspanningen om een oplossing te vinden te hervatten.
•
After a short break, the negotiations will renew.
Na een korte pauze zullen de onderhandelingen hervatten.
2.
vernieuwen, verlengen
extend the period of validity of (a license, subscription, or contract)
:
•
I need to renew my passport before my trip.
Ik moet mijn paspoort vernieuwen voor mijn reis.
•
You can renew your library books online.
Je kunt je bibliotheekboeken online verlengen.
3.
vernieuwen, herstellen
make (something) like new again; restore to a good condition
:
•
The old house was completely renewed after the renovation.
Het oude huis werd na de renovatie volledig vernieuwd.
•
The fresh air helped to renew her energy.
De frisse lucht hielp haar energie te vernieuwen.