red

US /red/
UK /red/
"red" picture
1.

rood

of a color at the end of the spectrum next to orange and opposite violet, as of blood, fire, or rubies

:
The stop sign was bright red.
Het stopbord was fel rood.
Her favorite color is red.
Haar favoriete kleur is rood.
2.

rood, blozend

flushed or blotchy in the face, especially from anger or embarrassment

:
His face turned red with anger.
Zijn gezicht werd rood van woede.
She went all red when he complimented her.
Ze werd helemaal rood toen hij haar complimenteerde.
1.

rood, de kleur rood

the color red

:
She painted the wall a vibrant red.
Ze schilderde de muur een levendig rood.
He chose red for his new car.
Hij koos rood voor zijn nieuwe auto.