realize
US /ˈriː.ə.laɪz/
UK /ˈriː.ə.laɪz/
1.
zich realiseren, beseffen
become fully aware of (something) as a fact; understand clearly
:
•
She suddenly realized that she had left her phone at home.
Ze realiseerde zich plotseling dat ze haar telefoon thuis had laten liggen.
•
I didn't realize how much work it would be.
Ik realiseerde me niet hoeveel werk het zou zijn.
2.
realiseren, verwezenlijken
achieve (something desired or anticipated); bring into being or existence
:
•
He finally realized his dream of becoming a doctor.
Hij realiseerde eindelijk zijn droom om dokter te worden.
•
The company hopes to realize significant profits this quarter.
Het bedrijf hoopt dit kwartaal aanzienlijke winsten te realiseren.