rant
US /rænt/
UK /rænt/

1.
razen, tieren, schelden
speak or shout at length in a wild, impassioned way
:
•
He began to rant about the injustice of the system.
Hij begon te razen over de onrechtvaardigheid van het systeem.
•
She would often rant and rave about her boss.
Ze wilde vaak razen en tieren over haar baas.
1.
tirade, scheldpartij, uitbarsting
a long, angry, or impassioned speech
:
•
He delivered a furious rant about the government's policies.
Hij hield een woedende tirade over het beleid van de regering.
•
Her social media feed was full of political rants.
Haar sociale mediafeed stond vol met politieke tirades.