pro

US /proʊ/
UK /proʊ/
"pro" picture
1.

professional, pro

a professional

:
She's a real pro at tennis.
Ze is een echte pro in tennis.
He decided to turn pro after winning the amateur championship.
Hij besloot prof te worden na het winnen van het amateurkampioenschap.
2.

voordeel, pluspunt

an argument or consideration in favor of something

:
Let's weigh the pros and cons before making a decision.
Laten we de voors en tegens afwegen voordat we een beslissing nemen.
One of the biggest pros of working from home is flexibility.
Een van de grootste voordelen van thuiswerken is flexibiliteit.
1.

professioneel

professional

:
He gave a very pro performance.
Hij gaf een zeer professionele prestatie.
She has a very pro attitude towards her work.
Ze heeft een zeer professionele houding ten opzichte van haar werk.