Betekenis van het woord preach in het Nederlands
Wat betekent preach in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
preach
US /priːtʃ/
UK /priːtʃ/

Werkwoord
1.
preken
deliver a sermon or religious address to an assembled group of people, typically in church
Voorbeeld:
•
The pastor will preach about forgiveness this Sunday.
De pastor zal deze zondag over vergeving preken.
•
He used to preach to large congregations every week.
Hij preekte vroeger elke week voor grote gemeenten.
Synoniem:
2.
prediken, verkondigen
advocate or strongly recommend (a course of action or a belief)
Voorbeeld:
•
She always preaches the importance of healthy eating.
Ze predikt altijd het belang van gezond eten.
•
He likes to preach about his political views.
Hij houdt ervan om over zijn politieke standpunten te preken.
Leer dit woord op Lingoland