posture

US /ˈpɑːs.tʃɚ/
UK /ˈpɑːs.tʃɚ/
"posture" picture
1.

houding, gestalte

the position in which someone holds their body when standing or sitting

:
Good posture is important for spinal health.
Een goede houding is belangrijk voor de gezondheid van de wervelkolom.
He maintained an upright posture throughout the meeting.
Hij behield een rechte houding gedurende de hele vergadering.
2.

houding, standpunt, benadering

a particular approach or attitude toward something

:
The company adopted an aggressive posture in the market.
Het bedrijf nam een agressieve houding aan in de markt.
His defensive posture made it difficult to have an open discussion.
Zijn defensieve houding maakte een open discussie moeilijk.
1.

poseren, zich aanstellen, doen alsof

to behave in a way that is intended to impress or mislead people

:
He tends to posture for the cameras.
Hij heeft de neiging om te poseren voor de camera's.
Politicians often posture during election campaigns.
Politici poseren vaak tijdens verkiezingscampagnes.