pocket watch
US /ˈpɑːkɪt wɑːtʃ/
UK /ˈpɑːkɪt wɑːtʃ/
1.
zakhorloge
a watch designed to be carried in a waistcoat or trouser pocket, typically having a cover and a chain.
:
•
He inherited a beautiful antique pocket watch from his grandfather.
Hij erfde een prachtig antiek zakhorloge van zijn grootvader.
•
The detective pulled out a gleaming silver pocket watch to check the time.
De detective haalde een glimmend zilveren zakhorloge tevoorschijn om de tijd te controleren.