placement

US /ˈpleɪs.mənt/
UK /ˈpleɪs.mənt/
"placement" picture
1.

plaatsing, positionering

the action of putting something in a particular place or position

:
The careful placement of the furniture created a cozy atmosphere.
De zorgvuldige plaatsing van het meubilair creëerde een gezellige sfeer.
The strategic placement of the cameras ensured full coverage.
De strategische plaatsing van de camera's zorgde voor volledige dekking.
2.

stageplaats, bemiddeling, plaatsing

a job or role, especially a temporary one, found or arranged for someone

:
She secured a summer placement at a law firm.
Ze kreeg een zomerstageplaats bij een advocatenkantoor.
The university offers career placement services to its graduates.
De universiteit biedt carrièrebemiddelingsdiensten aan haar afgestudeerden.
3.

plaatsing, indeling, toewijzing

the act of being put into a particular group or category

:
His high score led to his placement in the advanced class.
Zijn hoge score leidde tot zijn plaatsing in de gevorderde klas.
The student's placement in the gifted program was well-deserved.
De plaatsing van de student in het hoogbegaafdenprogramma was welverdiend.