pitted

US /ˈpɪt̬.ɪd/
UK /ˈpɪt̬.ɪd/
"pitted" picture
1.

ontpit

having had the pit or stone removed

:
•
These olives are already pitted.
Deze olijven zijn al ontpit.
•
She bought a bag of pitted dates for baking.
Ze kocht een zak ontpitte dadels om te bakken.
:
stonedcoredseedless
2.

gehavend, getekend

marked with small hollows or indentations

:
•
The old road was badly pitted from years of heavy traffic.
De oude weg was zwaar gehavend door jarenlang zwaar verkeer.
•
His face was pitted with acne scars.
Zijn gezicht was getekend met acnelittekens.
:
pockmarkedindenteddimpledcratered
1.

ontpitten

to remove the pit or stone from (a fruit)

:
•
She carefully pitted each cherry before making the pie.
Ze ontpitte elke kers zorgvuldig voordat ze de taart maakte.
•
You need a special tool to pit avocados easily.
Je hebt een speciaal gereedschap nodig om avocado's gemakkelijk te ontpitten.
:
stonecoreseed
2.

aantasten, deuken

to make small hollows or indentations in the surface of (something)

:
•
The hailstones pitted the car's paintwork.
De hagelstenen deukten de lak van de auto.
•
Rust had begun to pit the metal surface.
Roest was begonnen het metalen oppervlak te aantasten.
:
denterodecorrodescar
:
pitpit viperorchestra pitmoney pitpit stop