peel out
US /piːl aʊt/
UK /piːl aʊt/

1.
wegscheuren, met gierende banden vertrekken
to drive away very quickly, often with the tires spinning and making a loud noise
:
•
The car peeled out of the parking lot, leaving a cloud of smoke.
De auto scheurde weg van de parkeerplaats, een rookwolk achterlatend.
•
He got into his truck and peeled out down the street.
Hij stapte in zijn vrachtwagen en scheurde weg de straat in.