pedigree
US /ˈped.ə.ɡriː/
UK /ˈped.ə.ɡriː/
1.
stamboom, afstamming
the recorded ancestry, especially of a purebred animal
:
•
The dog has an excellent pedigree, with champions in its lineage.
De hond heeft een uitstekende stamboom, met kampioenen in zijn lijn.
•
You can check the cat's pedigree papers to confirm its purebred status.
U kunt de stamboompapieren van de kat controleren om de raszuiverheid te bevestigen.
2.
geschiedenis, reputatie
the background or history of a person or thing, especially as indicating distinguished quality
:
•
The university has a long pedigree of academic excellence.
De universiteit heeft een lange geschiedenis van academische excellentie.
•
His family has a pedigree in politics, with several generations serving in government.
Zijn familie heeft een geschiedenis in de politiek, met verschillende generaties die in de regering hebben gediend.
1.
raszuiver, met stamboom
having a distinguished or purebred ancestry
:
•
The show featured many pedigree horses.
De show bevatte veel raszuivere paarden.
•
She only buys pedigree cats from reputable breeders.
Ze koopt alleen raszuivere katten van gerenommeerde fokkers.