Betekenis van het woord pasture in het Nederlands

Wat betekent pasture in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

pasture

US /ˈpæs.tʃɚ/
UK /ˈpæs.tʃɚ/
"pasture" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

weide, grasland

land covered with grass and other low plants suitable for grazing animals, especially cattle or sheep.

Voorbeeld:
The cows grazed peacefully in the green pasture.
De koeien graasden vredig in de groene weide.
The farmer moved his sheep to a new pasture.
De boer verplaatste zijn schapen naar een nieuwe weide.

Werkwoord

1.

weiden, grazen

put (animals) to graze in a pasture.

Voorbeeld:
The farmer will pasture his cattle in the lower fields.
De boer zal zijn vee weiden in de lagere velden.
They decided to pasture the horses near the river.
Ze besloten de paarden bij de rivier te weiden.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland