on somebody’s heels
US /ɑn ˈsʌm.bə.diz hiːlz/
UK /ɑn ˈsʌm.bə.diz hiːlz/

1.
op iemands hielen zitten, iemand op de hielen volgen
following closely behind someone
:
•
The police were right on his heels after the robbery.
De politie zat hem direct op de hielen na de overval.
•
Success came quickly, with problems often on its heels.
Succes kwam snel, met problemen vaak op de hielen.