offshore

US /ˌɑːfˈʃɔːr/
UK /ˌɑːfˈʃɔːr/
"offshore" picture
1.

offshore, op zee

located or situated at a distance from the coast

:
•
The company operates several offshore oil rigs.
Het bedrijf exploiteert verschillende offshore olieplatforms.
•
They are building a new offshore wind farm.
Ze bouwen een nieuw offshore windpark.
:
maritimeseawardpelagic
2.

offshore, buitenlands

situated or operating in a foreign country, especially as a means of avoiding tax or strict regulations

:
•
Many companies establish offshore accounts to reduce their tax burden.
Veel bedrijven openen offshore rekeningen om hun belastingdruk te verlagen.
•
The investigation revealed a network of offshore shell companies.
Het onderzoek onthulde een netwerk van offshore brievenbusfirma's.
:
foreigninternationaltransnational
1.

uit de kust, op zee

away from the coast; out to sea

:
•
The boat sailed offshore into deeper waters.
De boot zeilde uit de kust naar dieper water.
•
The wind was blowing strongly offshore.
De wind waaide krachtig uit de kust.
:
seawardout to sea
2.

naar het buitenland, in het buitenland

in or to a foreign country, especially for financial or business purposes

:
•
The company decided to move its manufacturing offshore.
Het bedrijf besloot de productie naar het buitenland te verplaatsen.
•
They invested heavily offshore to diversify their portfolio.
Ze investeerden zwaar in het buitenland om hun portefeuille te diversifiëren.
:
abroadoverseas
:
offshore banking