offender

US /əˈfen.dɚ/
UK /əˈfen.dɚ/
"offender" picture
1.

overtreder, dader

a person who commits an illegal act

:
The police are searching for the offender.
De politie zoekt naar de overtreder.
First-time offenders may receive a lighter sentence.
Eerste overtreders kunnen een lichtere straf krijgen.
2.

boosdoener, veroorzaker van ergernis

a person or thing that causes offense or annoyance

:
The strong smell from the factory is a major offender.
De sterke geur van de fabriek is een grote boosdoener.
He's a repeat offender when it comes to being late.
Hij is een herhaalde overtreder als het op te laat komen aankomt.