none the wiser
US /nʌn ðə ˈwaɪ.zər/
UK /nʌn ðə ˈwaɪ.zər/
1.
niets wijzer, geen steek verder
not knowing or understanding any more than before, despite having been told something
:
•
He tried to explain the complex theory, but I was still none the wiser.
Hij probeerde de complexe theorie uit te leggen, maar ik was nog steeds niets wijzer.
•
After reading the instructions, I was none the wiser about how to assemble the furniture.
Na het lezen van de instructies was ik niets wijzer over hoe ik het meubilair moest monteren.