Betekenis van het woord neighbor in het Nederlands

Wat betekent neighbor in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

neighbor

US /ˈneɪ.bɚ/
UK /ˈneɪ.bɚ/
"neighbor" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

buur, buurman, buurvrouw

a person living next door to or very near to the speaker or person referred to

Voorbeeld:
Our neighbor brought us a pie.
Onze buurman bracht ons een taart.
She's a good neighbor, always willing to help.
Ze is een goede buurvrouw, altijd bereid om te helpen.

Werkwoord

1.

grenzen aan, naast liggen

be next to or very near (another place)

Voorbeeld:
The park neighbors the school.
Het park grenst aan de school.
Our property neighbors a large forest.
Ons eigendom grenst aan een groot bos.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: