muffled
US /ˈmʌf.əld/
UK /ˈmʌf.əld/

1.
gedempt, verdoofd
of a sound) made fainter or less clear
:
•
Her voice was muffled by the pillow.
Haar stem was gedempt door het kussen.
•
We heard a muffled cry from inside the room.
We hoorden een gedempte kreet van binnenuit de kamer.
1.
omwikkelen, bedekken
to wrap or cover (someone or something) in order to keep them warm or protect them
:
•
She muffled herself in a thick scarf.
Ze wikkelde zich in een dikke sjaal.
•
He muffled his face with a hood to avoid recognition.
Hij bedekte zijn gezicht met een capuchon om herkenning te voorkomen.