messenger
US /ˈmes.ɪn.dʒɚ/
UK /ˈmes.ɪn.dʒɚ/

1.
bode, koerier
a person who carries a message or is employed to deliver messages, packages, etc.
:
•
The king sent a messenger to deliver the urgent news.
De koning stuurde een bode om het dringende nieuws te brengen.
•
She works as a bike messenger in the city.
Ze werkt als fietskoerier in de stad.
2.
boodschapper, verkondiger
a person who brings news or information
:
•
He was the messenger of bad news.
Hij was de brenger van slecht nieuws.
•
The prophet is considered a divine messenger.
De profeet wordt beschouwd als een goddelijke boodschapper.