matting
US /ˈmæt̬.ɪŋ/
UK /ˈmæt̬.ɪŋ/
1.
matten, vlechtwerk
material made of woven fibers, used for floor coverings, placemats, or other decorative purposes
:
•
The floor was covered with natural fiber matting.
De vloer was bedekt met natuurlijke vezel matten.
•
She bought some bamboo matting for her patio.
Ze kocht wat bamboe matten voor haar terras.
2.
klitten, vervilting
a tangled mass of hair or fibers
:
•
The dog's fur was full of knots and matting.
De vacht van de hond zat vol knopen en klitten.
•
Years of neglect led to severe matting in the cat's long hair.
Jarenlange verwaarlozing leidde tot ernstige klitten in het lange haar van de kat.