lurk
US /lɝːk/
UK /lɝːk/
1.
op de loer liggen, schuilen
to be or remain hidden so as to wait in ambush for someone or something
:
•
A dangerous predator might lurk in the shadows.
Een gevaarlijk roofdier kan op de loer liggen in de schaduwen.
•
He could feel a sense of danger lurking around every corner.
Hij voelde een gevoel van gevaar op de loer liggen om elke hoek.
2.
schuilen, verborgen zijn
to be present in a hidden or barely perceptible way
:
•
A feeling of unease lurked in the back of her mind.
Een gevoel van onbehagen school in haar achterhoofd.
•
The potential for disaster always lurks in such risky ventures.
Het potentieel voor een ramp schuilt altijd in zulke risicovolle ondernemingen.